Twitter, het is een bijzondere plek. Een microkosmos waar alles onder het vergrootglas wordt gelegd, waar kleine meningsverschillen uitgroeien tot epische gevechten, en ook een vergaarbak voor irritatietweets die herverpakt worden tot clickbait op de HLN’s en Newsmonkey’s van deze wereld. En toch blijf ik er actief, want voor taalkundigen is het een ware speeltuin. Taalvariatie in het wild, taalverandering in de dop en taalfrustraties in ongecensureerde vorm: je komt het er allemaal tegen. Zo ging afgelopen weekend opeens een berichtje van ene @scottiefottie viraal, waarin die het gemunt heeft op het West-Vlaamse woordje wi, dat naar eigen zeggen eerder bestemd lijkt voor kinderen die van een glijbaan af roetsjen.

Elke taal en elk dialect beschikt over een hele reeks van die zogenaamde tussenwerpsels, kleine woordjes die op zichzelf niet veel betekenis hebben, maar die wel erg nuttig zijn in de communicatie. Ze geven immers de houding van de spreker weer tegenover de inhoud van de mededeling, en zijn doorgaans bedoeld om aan de hoorder te kennen te geven hoe die de boodschap moet opvatten. Omdat ze erg frequent zijn in het mondelinge taalgebruik, zijn ze vooral in dialecten alomtegenwoordig, en zijn ze vaak ook kenmerkend voor een specifiek dialect – denk aan de wi in de tweet hierboven, die automatisch aan het West-Vlaams wordt gelinkt. Typisch voor die tussenwerpsels is dat ze niet makkelijk te vertalen zijn in het Standaardnederlands: meestal is er geen AN-equivalent dat precies dezelfde functies en gebruiksmogelijkheden heeft.

Het West-Vlaams heeft trouwens wel meer boeiende tussenwerpsels te bieden dan wat er in die tweet staat, wi. In deze blogpost zet ik er vijf op een rijtje, en daarvoor baseer ik me op informatie uit het boekje West-Vlaams (Magda Devos & Reinhild Vandekerckhove), dat deel uitmaakt van de boeiende 25-delige reeks Taal uit stad en land van begin jaren 2000. Dankzij de DBNL is de hele reeks trouwens digitaal beschikbaar.

1. Mo how zeg! Het is een van de bekendste West-Vlaamse tussenwerpsels, dat ook typisch opduikt in zowat elke parodie van een West-Vlaming: how of gauw. Qua betekenis komt het ongeveer overeen met het Nederlandse kom!, en het wordt op verschillende manieren gebruikt, net zoals allee, waar het trouwens vaak mee gecombineerd wordt (en waar ik eerder al eens over schreef). Je kan het relativerend gebruiken (Hij heeft zeker honderd pinten, allee how, dertig pinten gedronken gisteren), maar ook aansporend (Allee how, we zijn weg!).

2. Zieetsi! De woordjes si en zi gaan terug op de gebiedende wijs van het werkwoord zien, en kunnen net als how/gauw verschillende betekenissen aan de boodschap toevoegen. In een zin als Si/zi, ‘k ga dat een keer uiteendoen (‘Kijk, ik ga dat eens uitleggen’) vraagt si/zi de aandacht van de toehoorder. Het wordt ook als zelfaansporing gebruikt (‘k ga ’t subiets gaan halen, zi), om afkeuring of irritatie uit te drukken (si, je loopt alweer met je vuile schoenen over mijn gekuiste vloer), of met de betekenis ‘zie je wel?’, zoals in si, he(b) ‘k het niet voorspeld? Daar kun je ook zieëtsi (zie je ‘t, si?) krijgen, naast ziejwè/zieëwè, dat een samentrekking van zie je wel is.

3. Ni, pak moa mee! Het woordje ni (of ), is afgeleid van de gebiedende wijs van nemen en heeft al evenzeer meerdere betekenissen. Soms signaleert het dat de spreker iets gunt of geeft aan de hoorder (je meugt dat hên, ni), soms drukt het uit dat iets voltooid is (ni, ‘k heb gedaan met eten). Daarnaast kan het ook ongenoegen (‘k doe nie meer mee, nè!) of verwondering (ni, die haag is gesnoeid) uitdrukken. In dat laatste geval is ni of dan synoniem voor tiens, dat aan het Frans ontleend is.

4. Zie’j nie tuus dè? In West-Vlaamse vraagzinnen krijg je dan weer vaak het partikel (of da) te horen. Het drukt vooral verwondering (of soms irritatie) uit. Moet je vandaag niet gaan werken, dè? Op dat vlak lijkt een beetje op dan in het Algemeen Nederlands (Moet je vandaag niet gaan werken dan?), en mogelijk gaat het daar ook etymologisch op terug. kan ook gecombineerd worden met andere tussenwerpsels: ja dè of allez dè bijvoorbeeld, om zo verwondering of verbaasde bewondering uit te drukken. In West-Vlaanderen hoor je daar echter steeds vaker ook uitingen als ouw, zeker! of het geïmporteerde jawadde!

5. We zijn weg wi! En dan dus het ‘schommelgeluidje’ wi, als laatste in dit rijtje van vijf. Wi is een bevestigend partikel, dat net als de AN-tegenhanger hoor gebruikt wordt om in mededelende zinnen de inhoud extra te bevestigen. In een zin als Je mag het niet vergeten, wi! krijgt de hoorder door die wi nog eens een extra aanmaning om de mededeling zeker ter harte te nemen. Etymologisch is niet helemaal duidelijk waar die wi vandaan komt: het zou afgeleid kunnen zijn van weet je (in het West-Vlaams wit je), maar ook van willen.

Eigenlijk had ik in deze blog ook wel voor tien West-Vlaamse tussenwerpsels kunnen gaan, want we hebben nog wel meer moois in de aanbieding – van ouw (Ouw, ‘k ben mis!) tot (Bè ja, ’t is te zeggen). Maar da’s voor een andere keer, wi.

11 reacties

  1. Het partikel ‘de’ is zeker niet exclusief West-Vlaams. Ook bij ons in Oost-Vlaanderen komt het in dezelfde context voor.

    1. Ja, klopt absoluut! ‘Typisch West-Vlaams’ betekent hier voor mij dat het het West-Vlaams (en ‘het’ West-Vlaams bestaat eigenlijk niet) typeert, niet dat elders niet zou voorkomen – er staan wel meer partikels in de lijst die een (veel) bredere verspreiding hebben. Maar zonder die woordjes zou ik m’n dialect niet kunnen spreken, dus voor mij zijn ze wel typisch 😉

  2. Bij ons (tegen de Schelde) wordt die ‘wi’ vervangen door a’wwa’ of zelfs ‘awwar’. Of maakt het dat verwant met ‘nietwaar’? “Des waor awwar”

    1. Ik zou dat eerder vergelijken met ‘nji’ in mijn dialect (’t Is toch woar, nji?’). Zoals ik hierboven al schreef: ik zou er makkelijk nog vijf of tien kunnen bespreken, het wemelt van die woordjes 😉

      1. mo West-vlaaners es n beeke anders dan u dialect e.
        Gi zijt miss van Limburg en daar eze ook woorden zoals int West-Vlaams, mo gulder zegt ’t anders.
        Trekt allemaal n beeke op mekaar ma alez.

  3. Het is natuurlijk vloeken in de kerk, maar vormt ‘Wi is een bevestigend partikel’ niet het laatste Franstalige restant: Qui!

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s