De onderstaande tekst verscheen vandaag als opiniestuk in ‘De Standaard’, bij wijze van reactie op een eerdere column van Mia Doornaert, waarin ze waarschuwt voor “een Vlaanderen zonder taal”. Ik verwijs meteen ook graag naar een andere reactie op Doornaerts column: het erg lezenswaardige stuk van schrijfster Ann De Craemer in ‘De Morgen’.
GEEN KAALSLAG, MAAR NET TAALRIJKDOM
T’ès moar een variant wè, Mia
03 FEBRUARI 2016 | Steven Delarue, Assistent Nederlandse Taalkunde (UGent). Werkt aan een doctoraat over het taalgebruik en de taalpercepties van Vlaamse leerkrachten
De alarmkreten van Mia Doornaert over het Standaardnederlands zijn voor Steven Delarue niet alleen voorspelbaar, maar vooral ook schadelijk. Door een deel van de taalgebruikers neer te bliksemen, laat je uitschijnen dat sommigen beter hun mond houden. Op welke manier kan dat democratisch zijn?
Met stijgende verbazing las ik de column van Mia Doornaert (DS 1 februari) . Dat ze daarin voor de zoveelste keer klaagde over ‘de verloedering van het taalonderwijs’ of de ‘schrikbarende vervuiling van het Nederlands door het Engels’ verbaast niet – dat riedeltje kennen we intussen. Wél dat ze uit dat alles concludeert dat we naar een Vlaanderen zónder taal zouden evolueren. Misschien leef ik in een ander Vlaanderen dan dat van de barones, want ik merk om me heen net steeds méér taaldiversiteit op. Op de tram hoor ik allerlei talen door elkaar, en in scholen hoor (en zie) ik jongeren op bijzonder creatieve en inventieve manieren met taal omgaan.
Voor Doornaert ís dat helemaal geen taal. Enkel dat precieuze Standaardnederlands voldoet volgens haar aan die beschrijving, en alles wat daarbuiten valt, is het niet waard om Nederlands genoemd te worden. Daaruit spreekt een onverholen minachting voor het taalgebruik dat zowat elke Vlaming dagelijks hanteert en een ongebreideld elitarisme. In haar column ontkent ze dat, en noemt ze zichzelf net democratisch, maar wat is er democratisch aan om élke vorm van taalgebruik onderuit te halen die afwijkt van de standaardtaal? Het is een discours waarin geen plaats is voor enige nuance.
Wondermiddel
Steeds opnieuw blijven de aanhangers van dergelijk standaardtaalfetisjisme zich verkijken op het belang van Standaardnederlands. Hoe luid ze ook mogen verkondigen dat standaardtaalbeheersing alle problemen van meertaligheid en maatschappelijke ongelijkheid zal oplossen: dat is niet zo. Mia Doornaert lijkt het Standaardnederlands nog steeds als een soort wondermiddel te beschouwen. Zo suggereerde ze in een eerdere column in deze krant (DS 1 juli 2015) nog dat er veel minder gevangenisstraffen zouden worden uitgesproken als iedereen gewoon Algemeen Nederlands zou spreken.
Standaardtaalverdedigers hebben het volste recht op hun mening, maar het probleem is dat Vlamingen op die manier (opnieuw) taalonzeker worden gemaakt. Vooral het Vlaamse onderwijs krijgt daarbij steeds weer een veeg uit de pan: Doornaert hoorde ik in debatten leerkrachten ‘laks’, ‘lui’ en ‘arrogant’ noemen, omdat ze het kostbare karakter van taal niet zouden erkennen, en ook in haar recentste column haalt ze weer een aantal voorbeelden aan om op de ‘verloedering’ van het taalonderwijs te wijzen.
Die dystopische visie deel ik niet. Voor mijn doctoraatsonderzoek aan de UGent, over het taalgebruik en de taalpercepties van leerkrachten in het basis- en secundair onderwijs, heb ik 82 leerkrachten geobserveerd en geïnterviewd. Ik heb zo kennis mogen maken met 82 bijzonder geëngageerde en creatieve leerkrachten, die uitstekend lesgaven en de leerlingen enthousiasmeerden voor hun vak. Alleen: dat gebeurde lang niet altijd in vlekkeloze standaardtaal.
Zo hoorde ik zelf ook uitingen als ‘wanneer dat je klaar bent’ of ‘ge moogt dat in uw agenda noteren’ passeren, die door Doornaert en co steeds opnieuw als on-Nederlandse wartaal worden weggezet. Opnieuw: ik heb bijzonder veel begrip voor de hartstochtelijke wijze waarop ze het Standaardnederlands verdedigen, en ik kan me voorstellen dat sommige mensen spontaan beginnen te huiveren als ze moeten lezen dat – ik zeg maar iets – de plotselinge stijging in de verkoop van washandjes te ‘wijten’ is aan het succes van Bevergem, maar is er dan iemand die niet begrijpt wat er met die zin precies wordt bedoeld? Taal kan en mag geen doel op zich zijn: het is een communicatiemiddel, dat zich niet zomaar gewillig in regels en woordenboeken laat vastleggen, en getuigt van een vaak grillige dynamiek.
Onaantastbare norm
Die taalrealiteit is volstrekt normaal en Vlamingen hoeven zich voor hun taalgebruik allerminst te schamen. Het idee dat het Standaardnederlands de énige taalvariëteit is die maatschappelijke participatie en gelijke kansen toelaat en dat andere vormen van taalgebruik het etiket ‘taal’ niet verdienen, richt bijzonder veel schade aan. Dat discours doet mensen weer twijfelen aan zichzelf en aan hun taalbeheersing. Daardoor menen mensen zich te moeten verontschuldigen voor hun taalgebruik, en gaan ze denken dat ze misschien beter zouden zwijgen in plaats van hun mond open te doen. Dat ze zich maar beter slécht zouden voelen over hun taalgebruik, aangezien ze die onaantastbare standaardtaalnorm niet altijd halen. Hoe dat dan democratisch is, en níét elitaristisch, dat moet Mia Doornaert maar eens uitleggen. Ik ben in elk geval preus lik fjirtig op de Vlaamse taalrijkdom.
Intussen in ‘normland’ Nederland (Doornaert haalt graag Frankrijk aan, maar voor het AN lijkt me dat nu niet het meest geschikte gidsland 😉 ): http://taalverhalen.be/bedenkingen/accent-en-discriminatie/ Even onder de aandacht brengen: in Nederland loopt nu het grote Nationale Onderzoek (mèt hoofdletters) Sprekend Nederland. Bekijk de reportage maar eens in mijn stukje, heel erg de moeite. Maar binnen deze context wil ik even aandacht vragen voor de voorspelling die onderzoeker (en Vlaming) Stefan Grondelaers helemaal op het einde maakt. Volgens hem zal de diversiteit in de taal in Nederland alleen maar toenemen. Jammer genoeg loopt dit onderzoek (nog?) niet in Vlaanderen, want ik denk dat je die voorspelling ook hier perfect kunt verantwoorden.
Doordachte reactie, Steven. Maar ik vrees dat Doornaert te oud is om nog bij te leren of om haar vooroordelen af te zweren. Zij is wel heel consequent bezig om een karikatuur van zichzelf te worden. Ze blijft mensen schofferen vanwege hun taalgebruik, net zoals ze er een gewoonte van maakt om elk kritisch idee over Israël af te schilderen als abject antisemitisme. Sinds zij haar beate bewondering heeft tentoongespreid over de blote-bast-jonkies van Abercrombie & Fitch en haast delirisch beschreef hoe geflatteerd de Britse ambassadeur haar handgeschreven antwoord op zijn uitnodiging wist te appreciëren, weet ik wel zeker dat de barones eigenlijk geen column meer verdient te mogen vol schrijven.
Onder het juk van de napoleontische heerschappij kroop elk Europees volkje in zijn eigen schelp en ontstond “veelstaterij”. Nu staan velen argwanend tegenover de werking van de Europese Unie. En multicultureel Vlaanderen is een feit. Precies nu zijn tv-series in het dialect populair. Maar we hebben wel tv-presentatrices – zowel met Vlaamse als vreemde roots – die uitstekend Nederlands praten. Een interview: een West-Vlaming wordt aangesproken in het Nederlands, maar hij wil of hij kan alleen maar antwoorden in het dialect. Dat stellen we frequent vast op radio en tv, niet enkel op de regionale zender Focus-WTV. Dan maar zappen naar een Franse of Duitse tv-zender om een aangename telenovela te volgen in een aangename taal. Gedesillusioneerd door de Vlaamse tv-soaptaal. Vlaanderen zit aan de basis inderdaad zonder taal, terwijl het algemeen Nederlands niet cool is maar blijkbaar elitair. Kunnen de Vlaamse tv-zenders echt niet zorgen voor meer taal-democratie?