Soms heb ik van die onhebbelijke gewoonten die echt naar beroepsmisvorming beginnen te neigen: zoeken naar tweets over standaardtaal, Algemeen Nederlands of tussentaal bijvoorbeeld, om te weten dat de gemiddelde tweep daarover schrijft. Opvallend (in mijn ogen) is dat tweets over die thema’s vooral van twee specifieke groepen lijken te komen: enerzijds jongeren (scholieren en studenten), anderzijds 55+’ers. Bij die tweede groep gaat het vaak (maar niet altijd!) om nostalgische uithalen en uitingen van taalzuivering, maar vooral die eerste groep is erg interessant: daar krijg je een interessante mix van uiteenlopende attitudes en percepties.
Dat er onder jongeren stevig wordt getweet over standaardtaal en Algemeen Nederlands mag op zich niet verbazen: naast de media wordt ook het onderwijs nog steeds beschouwd als dé verspreider van de standaardtaalnorm, en het ligt dan ook binnen de lijn der verwachtingen dat jongeren in de klas kennismaken met die norm, en dat hun het belang van standaardtaalbeheersing wordt bijgebracht. Op dat gebied bestaat er wel een gapende kloof tussen beleid en praktijk: heel wat onderzoek (waaronder het mijne) heeft intussen aangetoond dat die standaardtaalnorm in de klas lang niet altijd behaald wordt, en dat de intentie van leerkrachten om Standaardnederlands te spreken vooral op het abstracte niveau blijft hangen, en niet vertaald wordt naar concrete situaties (“Ja, het is belangrijk, maar…”).
Tot op zekere hoogte gaat dat ook op voor leerlingen, zo blijkt uit vergelijkend onderzoek tussen mijn interviews met leerkrachten en de interviews die collega Inge Van Lancker heeft afgenomen van leerlingen in een secundaire school: standaardtaal is ook voor hen het referentiepunt, een variëteit die je moet beheersen als je kans wil maken op de arbeidsmarkt, en het is ook de “mooiste” taalvariëteit… waardoor je er blijkbaar zelfs vlotter mee van ’t straat geraakt:
Meisjes die algemeen nederlands onder de knie hebben 😍
— RY (@Yoerick23) 5 juli 2015
Toch wordt Algemeen Nederlands vaak geassocieerd met “geforceerd” of “overdreven” spreken, “gemaakt” en “nep” klinken. Dat blijkt ook uit de twee tweets hieronder: wie (onbewust?) iets neerschrijft dat wel héél standaardtalig klinkt, moet zich daar meteen voor verontschuldigen, of wordt op de korrel genomen door iemand anders (*te algemeen nederlands*).
@EmiliaKerstens amai mijn zin is wel heel algemeen nederlands hahaha amai & dat was niet express echt niet 😢
— K i m (@NijssenKim) 30 juni 2015
@Ambermadani * te algemeen nederlands *
— Pizza in bakoven (@Matteo_Waem) 7 juli 2015
Wanneer leerlingen dan toch actief en bewust standaardtaal gebruiken, lijkt dat in veel gevallen een specifiek doel te hebben – zeker als ze het buiten de klas doen. De variëteit wordt dan ingezet in niet-neutrale contexten, bijvoorbeeld emotionele situaties. Daarbij kan het twee kanten opgaan: van enorm vriendelijk en behulpzaam…
Als ik vriendelijk wil zijn, typ ik echt TE algemeen nederlands en als ik boos ben kunde da amper lezen
— Athita ❥ (@athitalaison) 22 juni 2015
… tot net erg geïrriteerd en kwaad.
Als ik ineens Algemeen Nederlands begin te prate tege u zijde mij aant irriteren of ik ben iel boos op u
— ¥RaniVerschueren¥ (@VerschuerenRani) 5 juli 2015
Dat laatste lijkt trouwens net als een rode lap op een stier te werken – wat waarschijnlijk ook net de bedoeling is.
praat asjeblieft nie zo overdreven algemeen nederlands tegen mij , daar kan ik echt nie tegen
— Emma (@Emmavanbuel) 20 juli 2015
Op die manier lijkt het wel alsof de rol van standaardtaal stilaan opschuift: hoewel Algemeen Nederlands op abstract niveau nog als erg belangrijk wordt beschouwd, ook door jongeren, wordt de variëteit vaak aangewend in situaties die allesbehalve ‘standaard’ zijn, maar net erg niet-neutraal en gemarkeerd. Natuurlijk kan je dergelijke conclusies niet trekken op basis van enkele tweets (die trouwens bijna zonder uitzondering door meisjes worden gestuurd!), en is de realiteit ongetwijfeld minder zwart-wit, maar die complexe dynamiek tussen taalvariëteiten en -varianten is ronduit fascinerend.
Ik heb een hele tijd geleden eens een googleformuliertje opgemaakt met de vraag welke taalvariant twitteraars op twitter gebruiken. Ik wilde weten wat op zijn minst de intentie is. Ik wil dat eigenlijk nog altijd graag weten. De resultaten heb ik nog steeds niet verwerkt, omdat ik daar pas aan wil beginnen als ik minstens 100 invullers heb, en daar geraak ik nog steeds niet aan.
Dus als ik mag, doe ik hier even een nieuwe poging: http://www.webred.be/oproep-taal-op-twitter/ 🙂
Interessant! Wat mij als blogger en neerlandica dan weer opvalt, is dat veel jonge Vlaamse bloggers vrij correcte Standaardtaal schrijven én zelfs op een Noord-Nederlandse manier schrijven (‘ik baalde echt enorm’). Misschien ook een onderzoekje waard?
Misschien ook mijn verklaring voor die trend geven: volgens mij schrijven Vlaamse bloggers op een (Noord-)Nederlandse manier om in Nederland eveneens een leespubliek te vinden.
Daar heb ik eigenlijk nog nooit echt op gelet, maar da’s wel erg interessant! Als ze dat doen, ben ik er zeker van dat het inderdaad de bedoeling is om een groter leespubliek te bereiken, maar dan komen er allerlei vragen in mij op: doen ze dat bewust? Hoe bewust dan? En wat passen ze aan en wat niet? Er is al wat schrijfonderzoek in dezelfde strekking, maar het zou een mooi projectje zijn. Helaas, zo veel ideeën, en zo weinig tijd!
(PS: Ik bekeek net je blog eens, en wij hebben toch nog – bijna – samen gestudeerd he? Of jij een jaar lager dan ik? :-))
Het viel me gewoon op, misschien interessant voor een thesisstudent?
En ja, ik zat een jaar lager dan jou en leerde je aanvankelijk kennen via Lien C. Verder herinner ik me nog de (uitstekende) studentencursussen die je schreef voor Nederlands!