‘Elke leraar is een taalleraar’, zo stelde voormalig Vlaams minister van Onderwijs Frank Vandenbroucke toen hij in 2007 vorm gaf aan zijn talenbeleidsnota De lat hoog voor talen in iedere school. Zowel Vandenbroucke als zijn opvolger, Pascal Smet, schoven het Standaardnederlands naar voren als de enige taalvariëteit die geschikt is om de problemen van taalachterstand en sociale ongelijkheid op school aan te pakken. Van Vlaamse leerkrachten wordt dan ook verwacht dat ze enkel standaardtaal gebruiken op school, niet alleen door het beleid, maar ook door de samenleving. Dat bleek recent nog toen de resultaten van de taaltest Hoe Vlaams is uw Nederlands? lieten zien dat leraren vrij tolerant zijn voor ‘Vlaamse’ elementen in de standaardtaal (genre zich verwachten aan X voor ‘X verwachten’), en leerkrachten werden weggezet als ‘laks’, ‘slordig’, ‘onkundig’ en ‘taalamateurs’. Tegelijk worden leerkrachten wel vaak beschouwd als de handhavers van de standaardtaalnorm. Hoe zit dat nu precies met het standaardtaalgebruik van leerkrachten? Spreken ze “het beste Nederlands”, zoals soms wordt beweerd? In een artikel dat ik samen met collega Anne-Sophie Ghyselen heb geschreven, vergelijk ik het taalgebruik van leerkrachten met dat van andere hoogopgeleiden, zoals advocaten en dokters. Het artikel verschijnt in november in het volgende nummer van Dutch Journal of Applied Linguistics, maar een ingekorte versie is nu al te lezen in het nieuwste nummer van Over Taal. Wie zijn nieuwsgierigheid amper nog kan bedwingen, kan het artikel uit Over Taal hier lezen.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s