Een paar dagen geleden nam collega Kristoffel Demoen de verdediging van het Latijn op zich, in het opiniestuk Programmeren, oké, maar ook zwemmen en Latijn. Toen Lieven Scheire dezelfde dag een tweet de wereld in stuurde waarin dat belang van Latijn gerelativeerd werd, waren we opnieuw vertrokken voor een stevige (symbolische) discussie over de plaats van het Latijn in ons secundair onderwijs. Is Latijn wel nuttig? Kan je het niet beter vervangen door meer uren Engels of – nog beter – een aantal uren STEM-vakken (desnoods in het Engels)? Het is niet de eerste keer dat die discussie gevoerd wordt, en het zal vast ook niet de laatste keer zijn, maar ik vind de argumentatie die in alle artikels, opinieteksten, tweets en blogposts van de laatste dagen naar boven komt onwaarschijnlijk interessant. In deze blogpost heb ik geprobeerd om die argumenten pro en contra te distilleren uit wat intussen al is verschenen, en ze naast elkaar op te lijsten.

Wie mij kent, weet dat ik een fervent pleitbezorger ben van het Latijn: ik heb 9 jaar Latijn op mijn bord gekregen (6 jaar in het secundair, 3 jaar in m’n bacheloropleiding aan de UGent), en ik heb dat bord elke dag opnieuw gretig leeggegeten. De wetenschapper in mij is echter erg benieuwd naar de argumenten die ‘tegen’ dat Latijn worden aangedragen. Vandaar: gewoon een overzicht van de argumentatie, zowel voor als tegen. Op die manier weet u welke platgetreden paden u beter vermijdt als de discussie binnen X aantal weken/maanden/jaren nog eens losbarst.

De ‘tegen’ twee zinnen terug stond trouwens bewust tussen aanhalingstekens: volgens mij voeren Scheire en co niet zozeer strijd tegen het Latijn, maar vooral pro STEM. Ik denk trouwens dat niemand bezwaar zou hebben tegen een nieuwe algemeen vormende richting (in de eerste graad), waarin ingezet wordt op STEM-vakken. Op die manier hebben ‘sterke’ leerlingen een alternatief voor Latijn, als ze dat zouden willen. Hier en daar bestaat dat aanbod trouwens al: Sint-Bavo in Gent biedt in de eerste graad, naast Latijn en Moderne, een richting STEM aan. De vijf uur wordt daar ingevuld met twee uur extra wiskunde, wetenschappelijk projectwerk (2 uur) en programmeren (1 uur).

PRO

* Latijn is de moeder van vele (moderne) talen: het Frans, het Italiaans, het Spaans en het Portugees bijvoorbeeld. Bovendien heeft het Latijn grote invloed gehad op het Engels en het Duits. Woordenschatkennis van het Latijn helpt je dus bij het leren van andere (moderne) talen, en het naamvallensysteem helpt je ook vooruit in het Duits.

* Latijn scherpt logisch/kritisch/analytisch denken aan door taal- en tekstanalyse: met al die naamvallen en de vrijere woordvolgorde moét je wel analytisch werken om een (vaak complexe) Latijnse zin te begrijpen. Een vrouw op de site van Hautekiet noemt het “sudoku’s van hoog niveau oplossen”.

* Latijn is cultuurhistorisch van primordiaal belang. Kennis van het Latijn is een manier om een wereldbeeld op te bouwen, en de Romeinse en Griekse beschavingen zijn van erg groot belang geweest in het ontstaan van de maatschappij zoals we die nu kennen. In die periodes werden de fundamenten van onze westerse beschaving gelegd. De wortels van onze cultuur leer je grondig kennen door Caesar, Cicero en Horatius te lezen. Latijn is (dus) meer dan zomaar een taalvak.

* De menswetenschappen (waaronder het Latijn) moeten op hun eigen waarde worden beoordeeld. Wetenschappen, wiskunde, technologe en informatica zijn cruciaal, maar menswetenschappen zijn dat ook: daarin leer je omgaan met economische en sociale ongelijkheid, culturele en politieke verschillen. Vakken als Latijn (en ook andere taalvakken, geschiedenis, filosofie en levensbeschouwing, esthetica) leren je niet (zozeer) abstract denken, maar (vooral) omgaan met niet-exacte gegevens, met concrete vraagstukken waar niet één antwoord juist is, waar je moet interpreteren, rekening houden met ambiguïteiten, argumenten afwegen of je inleven in andere culturen en overtuigingen. Leerlingen leren de juiste taal vinden om hun argumenten vorm te geven, leren elkaar respectvol beluisteren en beoordelen.

* Latijn blijft een keuzevak. Niemand is verplicht om Latijn te leren, dus waarom zou je het afschaffen? Dat zou een negatie van onze geschiedenis zijn.

* En als licht paradoxale eindnoot: is die vermeende oneigentijdsheid van Latijn in deze tijden van onthaasting niet net ontzettend eigentijds?

CONTRA

* Latijn is te specialistisch om zo veel lestijd op te eisen in een algemeen vormende humane richting. Het is ook problematisch dat Latijn als studierichting in de eerste graad de enige mogelijkheid is voor leerlingen die zich intellectueel willen laten uitdagen. Sterke leerlingen doen Latijn. Omdat ze het kunnen. Of beter: omdat ze niet anders kunnen.

* De competenties die je als leerling dankzij het Latijn verwerft, missen een onmiddellijk nut: het kunnen lezen van Latijn brengt geen directe voordelen met zich mee. Er zijn betere ‘verpakkingen’ van die competenties denkbaar – niet per se in de vorm van een STEM-richting, maar ook in sterke humane richtingen: die zijn even nodig en nuttig. Logisch denken kun je trouwens beter leren in (humane) vakken als gedragspsychologie, logica, ethiek of filosofie dan in Latijn, iets wat je na je middelbareschoolcarrière nooit meer zal gebruiken. Ook de taalanalytische vaardigheden die aan het Latijn worden toegeschreven, kunnen op andere manieren worden verworven. Weegt de tijd die je uitspaart bij het leren van moderne talen trouwens wel op tegen de honderden uren vorming die je aan het Latijn spendeert?

* De leerlingen voor wie Latijn wél een direct nut heeft, zijn dun gezaaid: Latijn heeft wél een direct nut als je door de taal gepassioneerd bent (maar hoe kan je door een taal gepassioneerd zijn als je die als twaalfjarige studiekiezer nog niet eens kent?), of als je theologie wil studeren en/of paus wil worden, maar om hoeveel leerlingen gaat het dan?

* Latijn als dé manier om een duidelijk wereldbeeld op te bouwen? Hoort dat niet thuis in de lessen geschiedenis? Trouwens, ook andere beschavingen hebben een groot belang gehad in de grondslagen van onze cultuur, en andere tijdperiodes zijn even bepalend geweest, maar dat vergeet de latinist met zijn “tunnelvisie” al eens. En teksten van Romeinse schrijvers zijn ook in vertaling beschikbaar, daar hoef je eigenlijk geen Latijn voor te kennen.

* De Latijnse, en a fortiori Latijn-Grieks, wordt als een eliteclubje beschouwd binnen het secundair onderwijs – om redenen die niets met de taal an sich te maken hebben. Andere studierichtingen (waaronder wetenschappelijke richtingen) worden daardoor – onterecht – als inferieur beschouwd. In meritocratische termen: (ex-)latinisten proberen hun elitepositie vooral met hand en tand te verdedigen.

* Het Latijn zou meer op z’n plaats zitten in het hoger onderwijs, als specialistische studie.

Bronnen

Plaats een reactie