Donderdagen zijn zelden mijn productiefste dagen: het weekend lonkt, de last van de afgelopen drie dagen (met veel lesverplichtingen) begint stilaan te wegen, en de productiviteit durft al eens zwaar terug te vallen. Daarom heb ik daarnet eens iets gedaan waar ik al een tijdje over zat na te denken: als ik (een deel van) de interviews die ik voor mijn doctoraatsonderzoek heb afgenomen in een woordenwolk zou weergeven, welke woorden zouden dan het prominentst aanwezig zijn? Dankzij Wordle kan dat vrij eenvoudig.
Aangezien mijn doctoraatsonderzoek gaat over het taalgebruik en de taalpercepties van Vlaamse leerkrachten in het basis- en secundair onderwijs (met andere woorden: over hun houding tegenover standaardtaal en andere taalvariëteiten), had ik initieel verwacht dat vooral Algemeen Nederlands, tussentaal en dialect eruit zouden springen, maar het uiteindelijke resultaat is een stuk interessanter, vind ik. Voor de woordenwolk hieronder heb ik alle Gentse interviews gebruikt.
De wolk laat perfect zien dat het voor de geïnterviewde leerkrachten verre van evident blijkt om een (samenhangend) discours rond (standaard)taalgebruik op school op te bouwen: de meest voorkomende woorden zijn wel en euh, en ook woorden als denk of vind (“ik denk/vind dat…”), eigenlijk, bijvoorbeeld en allez zijn sterk vertegenwoordigd. De labels standaardtaal, tussentaal en dialect zijn dan weer minder sterk vertegenwoordigd (maar de algemenere labels Nederlands en taalgebruik wel).
Natuurlijk is dit geen wetenschappelijke manier om interviews te analyseren: zo is het bijvoorbeeld al problematisch dat ook mijn vragen of reacties tijdens de interviews in deze Wordle zitten verwerkt, naast de antwoorden van de leerkrachten. Dat uhu centraal zo groot staat weergegeven, is volledig aan mij toe te schrijven, om maar één voorbeeld te geven. Het is echter fijn om de indrukken uit mijn interviews op deze manier eens gevisualiseerd te zien – zonder al te veel moeite of tijd erin te (moeten) stoppen.
Opvallend dat ook het woord ‘leerlingen’ nogal prominent aanwezig is 🙂
Het interview bestond altijd uit vier delen, waarbij het eerste altijd over de leerlingen ging – deels om het niet meteen op de leerkrachten zelf te betrekken (zodat ze meer “op hun gemak” waren), deels om hun discours tgov. het taalgebruik van leerlingen te kunnen vergelijken met hoe ze over hun eigen taalgebruik/-verwachtingen praten. Vandaar dat het woord “leerlingen” ook zo frequent opduikt 🙂