Tussen 2010 en 2016 werkte ik als assistent Nederlandse taalkunde aan de Universiteit Gent, waar ik onderzoek deed naar de taalpercepties van Vlaamse leerkrachten in het basis- (6de leerjaar) en secundair onderwijs (3de en 6de jaar ASO), en hoe die zich verhouden tot het taalbeleid van de Vlaamse overheid.
In dat taalbeleid (met name in de talenbeleidsnota’s van Frank Vandenbroucke en Pascal Smet, de twee toenmalige Vlaamse ministers van Onderwijs) staat immers dat in elke schoolse context Standaardnederlands wordt verwacht. Hoe gaan leerkrachten daarmee om? Hoe schatten ze hun eigen taalgebruik en dat van anderen in? Wat voor taalgebruik verwachten ze van leerlingen? Hoe praten ze met collega’s, met de directie en met ouders? Hoe interpreteren ze het taalbeleid van de overheid – en kénnen ze dat taalbeleid eigenlijk wel? Hoe kan een toegespitst, adequaat taalbeleid omgaan met de uitdagingen die leerkrachten elke dag opnieuw ervaren?
In mijn proefschrift Bridging the policy-practice gap. How Flemish teachers’ standard language perceptions navigate between monovarietal policy and multivarietal practice (verdedigd in 2016), probeerde ik een antwoord te bieden op die vragen. Tussen eind 2012 en begin 2014 heb ik 82 leerkrachten geobserveerd tijdens het lesgeven, gevolgd door een interview waarin ze het hadden over hun taalpercepties en visies op taal en onderwijs in het algemeen. Enorm verrijkende gesprekken!
Ik begon met deze blog in de zomer van 2014 om eerste ideeën en inzichten uit mijn onderzoek te delen, en er meteen ook wat feedback op te krijgen: houdt idee X wel steek, en herkennen mensen zich in inzicht Y? Sindsdien is m’n blog echter thematisch een stuk breder geworden – zoals je hierboven in de ‘ondertitel’ kunt lezen, gaat het nu over alles op het snijvlak van taal, onderwijs en taalonderwijs. En da’s heel veel.