Nu we stilaan licht beginnen te zien aan het einde van de coronatunnel, blijkt ook dat de experts volledig gelijk hadden toen ze zeiden dat het invoeren van maatregelen een pak makkelijker is dan het terugdraaien ervan. Met name in het onderwijs worden er steeds meer vraagtekens gezet bij de haalbaarheid van de nieuwe regels, die een opstart op 18 mei (en een ‘testdag’ op 15 mei) mogelijk moeten maken. Zullen er wel leraren genoeg zijn? Hoe zit het met de beschikbaarheid van die verplichte mondmaskers? En hoe zorg je ervoor dat leerlingenstromen niet door elkaar lopen? Hoeveel dranghekkens, alcoholgelpompjes en plexiglas je ook aansleept, het zal niet genoeg zijn om de grote twijfels bij directies en leraren weg te nemen.
Naast die – zeer terechte – twijfel zie ik echter ook heel veel enthousiasme bij scholen en leraren om opnieuw te starten met lessen op school, voor de kinderen en jongeren die daar het meest bij gebaat zijn. De Vlaamse draaiboeken hebben in dat opzicht prioritair gekozen voor leerlingen in ‘scharnierjaren’: op de overgang van het basis- naar het secundair onderwijs (zesde leerjaar) of van het secundair naar het hoger onderwijs (zesde middelbaar). Pas daarna volgen in het lager onderwijs het eerste en het tweede leerjaar, en in het secundair twee andere leerjaren naar keuze.
OKAN als scharnierjaar
Alleen is er naast al die zesdejaars nog een ander scharnierjaar dat nu volledig buiten beschouwing is gelaten: wat met al die nieuwkomers in OKAN (Onthaalonderwijs voor anderstalige nieuwkomers) die door corona opeens hun eerste stappen in het Nederlands doorkruist zagen? Met bijna 5.000 zijn ze, in het Vlaamse secundair onderwijs, en van de ene dag op de andere moeten ze opeens van thuis uit verder gaan met Nederlands leren. Velen van hen doen dat bovendien vanuit een erg kwetsbare thuissituatie, die niet altijd evenveel mogelijkheden biedt om zich goed op schoolwerk te kunnen concentreren. Hoe kun je trouwens Nederlands leren als bijna alle mogelijkheden tot interactie plotsklaps zijn wegvallen?
Niet dat OKAN-scholen en -leraren op dat vlak niet genoeg zouden doen – wel integendeel. Hier in Gent, waar ik vanuit het Onderwijscentrum alles rond OKAN van nabij opvolg, kan ik alleen maar met open mond staan kijken naar de flexibiliteit en het enthousiasme waarmee allerlei initiatieven uit de grond worden gestampt om OKAN’ers toch maar te bereiken: in ijltempo worden Facebook-pagina’s gecreëerd, wordt er volop gevlogd op YouTube en krijgen leerlingen challenges op Instagram. Via SmartSchool, Zoom, WhatsApp, Google Hangouts en een waslijst aan andere apps krijgen leerlingen lessen en opdrachten toegestuurd. Leerkrachten, brugfiguren en vervolgschoolcoaches fietsen de stad door om werkbundels te bezorgen, en naar wie niet in Gent woont – en dat zijn er best wel wat – worden de oefeningen soms zelfs per post opgestuurd. Het is een helse zoektocht, maar als er iets is wat de gemiddelde OKAN-leraar bezit, is het wel creativiteit en flexibiliteit. Dat komt nu meer dan ooit van pas.
OKAN nu heropstarten is van groot belang
Het rendement van al die inspanningen is echter beperkt, zeker voor OKAN’ers: waar zesdejaars in september de overstap moeten kunnen maken naar het secundair of het hoger onderwijs, betekent 1 september voor veel OKAN-leerlingen de dag waarop ze instappen in het regulier secundair onderwijs (of het tweedekansonderwijs, het volwassenenonderwijs, een VDAB-opleiding of nog iets anders – de uitstroommogelijkheden zijn talrijk). Hen op die overstap voorbereiden is een langdurig proces, waar OKAN-scholen al vroeg aan beginnen: leraren en vervolgschoolcoaches voeren diverse gesprekken met OKAN-leerlingen, en ze krijgen via een ‘snuffelstage’ ook de kans om al eens een of meerdere weken mee te draaien in een richting en een school die hen aanspreekt. Kwestie van al eens te kunnen proefdraaien, en te weten hoe de volgende stap in je schoolloopbaan er kan uitzien.
Het probleem is: veel van die ‘snuffelstages’ hadden net in het voorjaar moeten plaatsvinden, toen corona opeens het hele onderwijs lamlegde. Dus niet alleen zitten veel OKAN-leerlingen nu thuis, in omstandigheden die verre van optimaal zijn om het Nederlands te leren, maar ze hebben ook veel minder goed zicht op wat ze volgend schooljaar kunnen of zullen doen. Ook voor hen is het dus van prioritair belang om weer naar school te kunnen: om met hun leraar de draad van hun taalverwerving weer sterker op te pikken, om met de vervolgschoolcoach over hun toekomstperspectieven te praten, en om weer contact te kunnen hebben met andere OKAN’ers – onderschat het effect daarvan voor hun welbevinden en integratie absoluut niet.
Helaas is OKAN dus nergens te bespeuren in de Vlaamse plannen en draaiboeken. Los van een enkel opiniestuk in de krant wordt er ook amper over deze precaire doelgroep gesproken, terwijl net hier het risico op vroegtijdig schoolverlaten al erg groot is en nog veel groter dreigt te worden. Op Facebook zijn er verschillende groepen die OKAN-scholen en -leraren samenbrengen, en waar nu veel vragen worden gesteld over hoe het verder moet. Wat doen jullie met leerlingen die je moeilijk of niet kunt bereiken? Gaat jouw school opnieuw opstarten of niet? Velen voelen aan dat het nodig is, maar krijgen te horen dat de focus elders ligt en dat de richtlijnen in de draaiboeken doorslaggevend zijn.
Daarom: een oproep
In diverse scholen, ook hier in Gent, is er nu echter van onderuit toch vanalles aan het bewegen. Leerlingen komen individueel of in kleine groepjes naar school, voor één of twee halve dagen per week, om zo toch het leerproces weer verder te versterken richting de overstap naar het secundair onderwijs. Takenbundels worden overlopen en nieuwe taken worden meegegeven. Tussen al het ontsmettingswerk en afstand houden door wordt gepraat over de toekomst van een hele generatie leerlingen. Voor hen mag en zal corona géén verloren jaar betekenen.
Omdat OKAN nergens expliciet in de draaiboeken staat vermeld, zijn het nu echter enkel de durvers die zich aan dat soort ingrepen wagen. De huidige richtlijnen stipuleren dan wel dat je kwetsbare leerlingen mag opvangen op school, maar je moet momenteel wel met twee voeten vooruit in die grijze zone springen om weer op contactmomenten in OKAN in te zetten. Daarom, nadrukkelijk in eigen naam, een oproep aan de Vlaamse beleidsmakers en onze minister: zeg expliciet dat ook OKAN een cruciale doelgroep is, die snel weer naar school moet kunnen. Enkel zo vermijden we dat hun sowieso al kwetsbare onderwijsloopbaan al van bij de start flinke vertraging oploopt.
Het is voor OKAN’ers van prioritair belang om weer naar school te kunnen: om met hun leraar de draad van hun taalverwerving weer sterker op te pikken, om met de vervolgschoolcoach over hun toekomstperspectieven te praten, en om weer contact te kunnen hebben met andere OKAN’ers – onderschat het effect daarvan voor hun welbevinden en integratie absoluut niet.
EINDELIJK!
Als AN-leerkracht in de lagere school maak ik me ook zorgen over mijn leerlingen… je kan geen Nederlands leren in werkbundels. Ik juich de vraag dus alleen maar toe en zou er dus zelfs de jongere OKAN-groep willen aan toevoegen.
Zeker weten. Veel van wat ik hier heb geschreven, geldt absoluut ook voor anderstalige nieuwkomers in het basisonderwijs. Ik hoop dat er ook voor hen snel weer mogelijkheden komen!
OKAN moét gewoon mee kunnen starten dd 18 mei: kleiner aantal met grotere zorgen. Contactluw is beter dan afstands-onderwijs!
Als voogd van niet begeleide minderjarige vreemdelingen, kan ik deze oproep alleen maar voluit steunen en hoop echt dat deze jongeren niet vergeten worden bij al die mooie herstart scenario’s
Jullie verdienen een mega grote pluim 👏 6
Ja, kan iemand ons laten weten wanneer we met deze kinderen kunnen starten aub… Veel kinderen zitten ook met weinig mogelijkheden in asielcentra… Echt niet tof, de begeleiding doet zijn best… Kinderen moeten straks weer twee maanden weer zonder school zitten….
Prima artikel en terechte vraag aan het beleid!
Thanks ggreat post